Interactie en (on)voorspelbaarheid
Robots worden steeds gewoner in ons dagelijks leven, en steeds meer taken worden overgenomen door geavanceerde machines, waaronder ookhumanoïde robots. Maar hoe ontwerp je een robot waar mensen graag mee samenwerken? Door emotionele verbindingen te creëren. Het gezicht van een robotis hierbij het belangrijkste communicatiemiddel. Mensachtige kenmerken zoals ogen, een mond of wenkbrauwen zorgen voor empathie en herkenning, vooral in zorg- of serviceomgevingen. Maar als een robot té realistisch wordt, kan dat juist ongemakkelijk aanvoelen, het zogenaamde “uncanny valley”-effect. Een goede balans, bijvoorbeeld met gestileerde gelaatskenmerken of expressieve LED-schermen, zorgt voor vertrouwen zonder dat gebruikers zich ongemakkelijk voelen.
Bij robots zonder gezicht kunnen intenties en gemoedstoestanden worden overgebracht via visuele en auditieve signalen. Denk aan subtiele lichtanimaties die aangeven dat de robot gaat bewegen, of zachte geluidssignalen (zoals een beltoon of een piepje) die duidelijk maken of de robot iets start, stopt of wacht. Deze signalen moeten vriendelijk en aangenaam zijn.
Mensen willen voorspelbaar gedrag van robots, omdat dat veiligheid en controle geeft. Maar een klein beetje verrassend gedrag kan juist zorgen voor charme en plezier. In plaats van simpelweg met een rood lampje te knipperen na een botsing met een waterkoeler, kan een robot ook een grappige opmerking maken of een speelse emoji tonen. Zulke momenten geven robots een persoonlijkheid en maken interacties memorabel.